Hebben we straks allemaal een Elektrische auto voor de deur?

Hebben we straks allemaal een Elektrische auto voor de deur?

Op de Europese wegen rijden steeds meer elektrische voertuigen. Dit danken we onder andere aan de Europese Unie die zich als doel heeft gesteld om in 2030 dertig miljoen stekkerauto’s op de weg te hebben. En zo slaan we twee vliegen in één klap. We werken aan duurzame en slimme mobiliteit in Europa en tegelijkertijd bouwen we onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen af. Is dit doel haalbaar? En wat zijn de hobbels op ons pad naar een schonere en groenere Europese vervoerssector in 2030?. Hier deed energietransitie specialist Pablo Ruiz onderzoek naar. 

 

Nederland heeft een voortrekkersrol

Uit recent onderzoek van RaboResearch blijkt dat Nederland koploper is als het gaat om de marktpenetratie van Battery Electric Vehicles (dat zijn elektrische auto’s zonder brandstofmotor, ook wel BEV’s genoemd) en de hoeveelheid oplaadpunten. Kijkend naar het percentage BEV’s op het totale nationale personenwagenpark, dan zien we dat Nederland voorop loopt met 2,5 procent BEV-penetratie. Gevolgd door Zweden, Duitsland, Denemarken en Luxemburg. Interessant is verder dat Nederland een duidelijke koploper is voor wat betreft het totale aantal openbare oplaadpunten. Ook al heeft Nederland bij lange na niet het langste wegennet of het grootste wagenpark; op dit punt lopen Duitsland en Frankrijk in de Nederlandse voetsporen. “Maar als we kijken naar duurzaam opladen, dan heeft Nederland nog wel wat kilometers te maken. Want dat is alleen duurzaam als het energiesysteem op groene energie is gebaseerd. En Nederland heeft nog een van de meest koolstof intensieve systemen”, verduidelijkt Ruiz.

 

Bepalende factoren voor de overstap naar elektrisch rijden

Of stekkerauto’s al dan niet aanslaan in een bepaald land hangt van verschillende factoren af. Ruiz: “We zien dat er een sterk verband is tussen het bbp per hoofd van de bevolking en de marktpenetratie van elektrische voertuigen. De rol van de laadpaal dichtheid is opvallend genoeg wat lastiger vast te stellen. Ook de effecten van steunregelingen voor elektrische voertuigen zijn niet overal in de Europese Unie (EU) hetzelfde. Het blijkt dat subsidie de mensen namelijk niet over de streep kan trekken om een elektrische auto aan te schaffen, zodra het bbp per hoofd van de bevolking onder een bepaald niveau komt. Daarom levert een verlaging van de totale aanschaf- en gebruikskosten van elektrische modellen waarschijnlijk meer resultaat op dan het plaatsen van meer laadpaaltjes.”

 

“Het meest verrassende is dat als het huidige groeitraject doorzet, sommige Noord-Europese landen het beter doen dan de EU voor ogen heeft”

Ambitieus is de EU-doelstelling van dertig miljoen elektrische auto’s op de weg tegen 2030 wel te noemen. Er zouden tot 2030 meer elektrische voertuigen per jaar moeten worden geproduceerd dan er in 2020 in totaal in Europa rondreden. Volgens Ruiz is dit echter niet onmogelijk, al blijft het een aanzienlijke uitdaging. “Autofabrikanten en toeleveranciers zijn nu al enorm aan het opschalen omdat er vanaf 2030 alleen nog maar uitstootvrije nieuwe auto’s in de showrooms mogen staan. Dat zou op zichzelf al voldoende kunnen zijn. Ook komen er steeds meer tweedehands elektrische auto's op de markt. Daarnaast neemt de EU maatregelen om de vergunningverlening te versnellen rond koolstofarme technologieën, zoals de productie van accu’s. Maar het meest verrassende is dat als het huidige groeitraject tenminste doorzet, sommige Noord-Europese landen het zelfs beter zullen doen dan de EU voor ogen heeft.”

 

Het gaat lukken!

Er zijn wat vraagstukken die moeten worden opgelost, maar het is nu aan de consument en aan de beleidsmakers om ervoor te zorgen dat dit momentum niet verloren gaat. Veel wordt natuurlijk ook bepaald door de huidige geopolitieke omstandigheden. Maar als er in de toekomst geen echt rare dingen meer gebeuren, dan denk ik dat we in 2030 een compleet nieuwe vervoerssector gaan zien. 

 

Bron: Rabobank

 
 
 
Jelmer Baars, Laadpaaldirect